Ten opzichte van de updates van vorig jaar zijn de charts nieuw. ChartNet heeft net iets fraaiere tekentools, dus vandaar.
De eerst chart is op maandbasis en gaat terug naar 2000. Daar heeft de AEX haar All Time High gezet. In 2003 is vervolgens een low geplaatst op 217.8. De stijging die daarna volgde eindigde in 2007 op een stand van 564.
Vanaf die high is de daling ingezet met een voorlopig dieptepunt op 220.1.
Verschillende EW-tellingen gaan ervan uit dat we in 2003 een volledige correctie hebben afgerond en daarmee aan een nieuwe cyclus zijn begonnen. Het in de chart aangegeven voorkeurspatroon gaat echter uit van ABC-correctie waarbij in 2003 de A is gezet en we in 2007 op 564 de B hebben afgerond. Daarmee is nu de C in de maak en deze bestaat zoals bekend uit 5 golven. De golfen 1 en 2 zijn gezet en de vraag is nu of we op het dieptepunt van dit jaar de 3 hebben geplaatst.
In de chart geven de groene fibo-retracement niveaus aan waar we naar toe kunnen wanneer de 3 inderdaad is geplaatst en er op dit moment dus een opwaartse 4 in de maak is.
De rode fibo-extensions geven de uiteindelijke ruimte aan waar de rode C naar toe kan.

Het tweede plaatje betreft de weekchart en laat zien hoe golf C zich tot nu toe heeft ontwikkeld. Vanaf de gele 2 is een volledige impulsgolf telbaar en daarmee zou nu ook de 3 gezet kunnen zijn. ‘Zou kunnen zijn’ omdat de opwaartse correctie (op weg naar het plaatsen van een gele 4) nog niet echt van de grond komt.
Het is dus heel wel mogelijk dat de 3 nog een staartje krijgt, maar dan zou de AEX nu toch in rap tempo richting 220 moeten. Omdat alle pogingen in die richting tot nu toe ‘heldhaftig’ opgevangen zijn, ga ik voorzichtig uit van een geplaatste 3.

De derde chart is de dagchart. Er valt goed op te zien dat de AEX aan het bodemen is. Vanaf half november zien we een ligt oplopend patroon.

De laatste chart is op 2-uursbasis en laat het patroon zien vanaf de bodem op 220.1. Uitgaande van een geplaatste 3 zouden we nu in een abc-patroon de 4 moeten plaatsen. Elliott-matig is dit het meest gebruikelijke correctiepatroon. De gele 4 is met een vraagteken ingetekend. Dit vraagteken kan weg wanneer we zoals eerder genoemd nu in sneltreinvaart de 220 opzoeken.
Elliott-kenners weten dat met name aan het einde van een impulsgolf of van een correctiegolf afwijkende patronen voorkomen. Het gegeven dat de correctie niet echt van de grond komt is hier een aanwijzing voor.
Wat zich nu lijkt af te tekenen is dat zich een zgn. triangle vormt. Een triangle bestaat, net zo als een impuls, uit 5 golven. De regels waaraan deze zich te houden hebben zijn echter anders. In blauw zijn de golven gelabeld als abcde.
Een andere mogelijkheid is een dubbele zig-zag. We hebben dan een (blauwe) abc, de d zou dan als x gelabeld moeten worden, waarna we weer opnieuw een abc gaan vormen.
Mogelijkheden genoeg dus. Lastig maar ook in deze variatie aan mogelijke patronen zit overlap waarbij alle scenario’s voor een bepaalde duur dezelfde kant opwijzen.
